Dyslexie

Dyslexie

Kenmerken en alarmsignalen

Hoe herkennen we dyslexie?

Voor een kind is het zeer belangrijk dat zijn probleem op tijd (h)erkend wordt. Vaak vertellen dyslectische kinderen dat ze dom zijn en eigenlijk niets kunnen. Die gedachten vallen ook wel te begrijpen aangezien deze kinderen dubbel zoveel tijd besteden aan het leren met soms maar een zwakresultaat als gevolg.

Zowel voor ouders als voor het kind zelf is het vaak een opluchting wanneer er een diagnose wordt gesteld. Kinderen kunnen eindelijk plaatsen waarom het leren zo moeizaam gaat en zijn blij dat het niets te maken heeft met “domheid”. Ook ouders voelen zich soms schuldig, omdat ze lange tijd gedacht hebben dat hun kind lui en slordig was. Omdat het zo veel fouten van het bord overschreef en zo veel spelfouten bleef maken.

Alarmsignalen in de kleuterklas.

Als je kind nog niet aan lezen of schrijven toe is, hoe kun je dan een probleem als dyslexie al opmerken? Echte zekerheden zijn er op deze leeftijd inderdaad niet, maar toch kun je ook in de kleuterklas al waakzaam zijn. Sommige kinderen hebben vooral moeite met taal. Ze krijgen hun verhaal moeilijker verteld omdat ze niet dadelijk op de juiste woorden kunnen komen. Ze beschrijven de woorden of verwijzen er vaak naar met “dingen”. Sommige kinderen vervormen ook vaak woorden.

Hier kun je op letten:
                             
- Heeft je kind...
  • moeite met het onthouden van namen van kinderen van de klas?
  • moeite met het onthouden van versjes, en liedjes?
  • moeite met het onthouden van het onderscheid tussen links en rechts, voor en achter?
  • moeite met het onthouden van de dagen van de week of begrippen als “morgen” of “gisteren”?
  • moeite om de eerste/middelste/laatste letter van een woord te vinden?
  • moeite met het herkennen van dezelfde letter op een blad?
  • moeite met het maken van rijmwoordjes?
  • moeite met het maken van een woord dat begin met dezelfde letter?
- Schrijft je kind zijn naam systematisch in spiegelschrift of in de verkeerde richting?

- Is je kind verbaal zwakker? Vindt hij moeilijk zijn woorden, gebruikt hij zijn fantasie weinig, maar puzzelt, knutselt en bouwt hij wel graag.

- Kreeg een ouder broertje of zusje al de diagnose van dyslexie? Zo ja, wees dan extra waakzaam.


Ook in het spel kun je belangrijke zaken observeren: er zijn kinderen die altijd voor een talig spel kiezen zoals de poppenhoek of het rollenspel, en zelden of nooit een puzzel maken of met constructiemateriaal bezig zijn. Dit zin vaak kinderen die moeite hebben met visueel-ruimtelijk taken. Ze hebben moeite met het rechts-links-onderscheid, kunnen de vorm van de letters van hum naam niet onthouden en hebben moeite met de werkrichting. Tijdens het leesproces verwerven ze maar moeizaam letters, omdat ook hier de vormkernmerken een rol spelen. Een /d/ en een /b/ verschillen immers maar van elkaar door de plaats van het streepje.

Omgekeerd zie je ook kinderen die graag knutselen en met het uitvoeren van bouwplannetjes bezig zijn. Zij houden wel van constructiematerialen, maar vermijden het fantasiespel en andere talige spelletjes. Zij hebben moeite met het aanvoelen van taal en maken niet graag rijmwoordjes of doen geen taalspelletjes. Ook deze kinderen hebben meestal problemen wanner men start met het leesproces, omdat kezen het verklanken van letters is en zij moeite hebben met het oproepen van de juiste klanken. Hier zien we dat een /d/ of een /t/ en een /s/ en een /z/ dicht bij elkaar liggen.


Opgelet: De diagnose kan in de kleuterklas nooit met zekerheid gesteld worden. Het leesproces moet eerst op gang gekomen zijn


Alarmsignalen op de basisschool

En dan leer je eindelijn lezen en schrijven! Elk kind dat naar het eerste leerjaar gaat (groep 3), kijk vol verwachting uit naar de eerste woordjes die het kan lezen, een en de eerste woordjes die het met veel moeite op papier krijgt. De teleurstelling – bij ouder en kind – is dan ook groot wanneer na enkele maanden blijkt dat het lezen en schrijven niet vanzelf gaan, en extra oefening bij de zorgjuf en thuis nodig zijn.

Hoe eerder een diagnose gesteld wordt, hoe beter. Op elke manier moet vermeden worden dat de achterstand groter en groter wordt, en dat het kind naast leerproblemen ook nog eens emotionele problemen krijgt in de vorm van faalangst en een slecht zelfbeeld (Ceyssens 2013).


De kenmerken van dyslexie hoeven niet allemaal bij eenzelfde persoon voor te komen. Veel hangt af van hoe hardnekkig het probleem is, en hoe goed het gecompenseerd word vanuit intelligentie, ondersteuning thuis of op school.

Hier kun je op letten:
  • Je kind maakt geen andere, maar méér fouten
  • Draait letters of lettercombinaties om
  • Vergeet letters of voegt er zelf toe
  • Kan niet goed overschrijven
  • Schrijft woorden zoals je ze hoort
  • Spelt een woord op verschillende manieren in dezelfde tekst
  • Heeft weinig problemen met woordpakketten, maar wel met spontaan schrijven
  • Je kind leert zijn fouten moeilijk af.
  • Je kind is vooral zwak in lezen en spellen. Soms is ook rekenen een probleem (ruimtelijk dyslexie).
  • Je hebt alle andere oorzaken voor de zwakke prestaties uitgesloten.
  • Je kind worstelt met vreemde talen.
  • Je kind kan nieuwe leerstof moeilijk verwerken en automatiseren.
  • Je kind heeft hardnekkige spellingproblemen
Een kind dat in het tweede keerjaar nog steeds twijfelt of het /eu/ of /ue/ moet zijn, of een kind in het vijfde leerjaar dat voortdurend fouten maakt tegen de regel van verdubbeling, kampt met een hardnekkig probleem en is mogelijk dyslectisch.

Andere problemem kunnen zijn:

- Spiegelingen maken, omkeringen en fouten in de lettervolgorde

“Staart” in paats van “traat”
“Boos” in plaats van “doos”.
“Duer” in plaats van “deur”

Iedereen maakt wel een keer een fout als deze, vooral als je moe bent of wanneer je weinig tijd hebt maar kinderen o jongeren met dyslexie maken geregeld deze fouten, en bovendien blijken ze hardnekkig te zijn.

- Moeizame start van lezen

- Niet graag hardop lezen


- Sommigen maken veel raadfouten, anderen blijven hakken en plakken


- Moeite met volgen van ondertitels in vijfde o zesde leerjaar


- Soortgelijke problemen met Frans: moeite om woordjes en de spelling ervan te onthouden


- Veel herhaling nodig

Dyslectische kinderen hebben altijd extra tijd nodig om nieuwe leerstof te verwerfken.

- Faalangst:

“Ik kan dat niet” is een veelgehoorde uitspraak. Kinderen krijgen door hun leerstoornis vaak een slecht zelfbeeld en ontwikkelen faalangst.


Alarmsignalen op de middelbare school


Regelmatig komt dyslexie pas goed tot uiting op de middelbare school. Denk maar aan meer dan gemiddeld tot hoogbegaafde dyslectische kinderen die dit lange tijd hebben kunnen compenseren. Vaak halen deze leerlingen tijdens hun basisschooljaren matige scores voor spelling en lezen. Het leren lezen verliep iets trager dan bij leertijdgenootjes, maar is uiteindelijk vel gelukt. Hetzelfde geldt voor spelling. Wanneer ouders geen idee hebben van de mogelijkheden van hun kind, vallen deze matige scoren ook niet echt op.
Maar door de tijds- en werkdruk kan het op de middelbar school verkeerd lopen. De extra energie die dyslectische kinderen in hun lessen en taken steken, blijkt plotseling niet langer voldoende te zijn.
Voor leerkrachten op de middelbare school is het belangrijk om een kind met dyslexie te herkennen. Wanneer het kind al langere tijd in behandeling is, is er geen probleem. Meestal zijn er dan wel verslagen voorhanden. Wanneer kinderen nooit in begeleiding zijn geweest, kunnen de volgende signalen een teken zijn van dyslectische problemen.

Hier kun je op letten:
  • Je zoon of dochter krijgt de lessen niet voldoende herhaald. Er is te veel nieuwe leerstof te verwerken op te korte tijd.
  • Je zoon of dochter maakt veel basisschrijffouten als hij o zij onder tijdsdruk staat.
  • Je zoon of dochter heeft moeite om ongeziene teksten te lezen.
  • Je zoon of dochter maakt vooral fouten bij onthoudwoorden of woorden waarvan je de spelling moet memoriseren.
  • Je zoon of dochter scoort zwak op vreemde talen.
  • Je zoon of dochter maakt veel schrijffouten bij spontaan schrijven, bijvoorbeeld in de schoolagenda of in notities.




Bron:
Ceyssens M.(2013). Mijn kind heeft dyslexie. Lannoo, Tielt
Ceyssens M.(2009). Helpkids dyslexie. Lannoo, Tielt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten